Algemene
Voorwaarden Horeca
De Uniforme Voorwaarden Horeca
(UVH) zijn de voorwaarden waarop in Nederland gevestigde
horecabedrijven zoals hotels,
restaurants, cafés en aanverwante bedrijven (waaronder cateringbedrijven,
party-servicebedrijven e.d.),
horecadiensten verlenen en horecaovereenkomsten sluiten. De UVH zijn
gedeponeerd bij de
Arrondissementsrechtbank en de Kamer van Koophandel en Fabrieken te `s-
Gravenhage.
Artikel 1
Definities
Onder de navolgende woorden wordt
in de UVH, en in de aanbiedingen en overeenkomsten waarop de
UVH van toepassing zijn, telkens
het navolgende verstaan.
1.1 Horecabedrijf
De natuurlijke- of rechtspersoon
of vennootschap die zijn bedrijf maakt van het verlenen van
horecadiensten en lid is van
Koninklijk Horeca Nederland.
1.2 Gastheer
Degene die een horecabedrijf
vertegenwoordigt bij het afsluiten en uitvoeren van
horecaovereenkomsten.
1.3 Verlenen van
horecadiensten
Het door een horecabedrijf
verstrekken van logies en/of spijs en/of drank en/of het ter
beschikking stellen van
(zaal)ruimte en/of terreinen, alles met alle daarbij behorende
werkzaamheden en diensten, en
alles in de ruimste zin des woords.
1.4 Klant
De natuurlijke- of rechtspersoon
of vennootschap die met een horecabedrijf een
horecaovereenkomst heeft
gesloten.
1.5 Gast
De natuurlijke perso(o)n(en) aan
wie op grond van een met de klant gesloten
horecaovereenkomst één of meer
horecadienst(en) moet worden verleend. Waar in de UVH van
gast, of klant, wordt gesproken,
wordt zowel gast als klant bedoeld tenzij uit de inhoud van de
bepaling en haar strekking
noodzakelijkerwijze voortvloeit dat slechts één van beide bedoeld
kan zijn.
1.6 Horecaovereenkomst
Een overeenkomst tussen een
horecabedrijf en een klant terzake een of meer door het
horecabedrijf te verlenen
horecadiensten tegen een door de klant te betalen prijs. In plaats van
de term horecaovereenkomst wordt
soms de term reservering gebruikt.
1.7 Hotelbedrijf
Het horecabedrijf waarbij het
verlenen van horecadiensten voornamelijk dan wel uitsluitend
bestaat uit het verstrekken van
logies.
1.8 Restaurantbedrijf
Het horecabedrijf waarbij het
verlenen van horecadiensten voornamelijk dan wel uitsluitend
bestaat uit het verstrekken van
spijs en bijbehorende drank.
01.09.98
1.9 Cafébedrijf
Het horecabedrijf waarbij het
verlenen van horecadiensten voornamelijk dan wel uitsluitend
bestaat uit het verstrekken van
drank.
1.10 Zaalverhuurbedrijf
Het horecabedrijf waarbij het
verlenen van horecadiensten voornamelijk dan wel uitsluitend
bestaat uit het ter beschikking
stellen van zaalruimte.
1.11 Reserveringswaarde (de
waarde van de horecaovereenkomst)
De totale omzetverwachting van
het horecabedrijf inclusief bedieningsgeld, (toeristenbelasting)
en b.t.w. terzake een met een
klant gesloten horecaovereenkomst, welke verwachting is gebaseerd
op de binnen dat horecabedrijf
geldende gemiddelden.
1.12 Koninklijk Horeca
Nederland
Het Koninklijk Verbond van
Ondernemers in het Horeca- en Aanverwante Bedrijf Horeca
Nederland c.q. de eventuele
rechtsopvolger daarvan.
1.13 Annulering
De in schriftelijke vorm door de
klant aan het horecabedrijf gedane mededeling dat van een of
meer overeengekomen
horecadiensten geheel of gedeeltelijk geen gebruik zal worden gemaakt,
dan wel de in schriftelijke vorm
door het horecabedrijf aan de klant gedane mededeling dat een
of meer overeengekomen
horecadiensten geheel of gedeeltelijk niet verstrekt zullen worden.
1.14 No-show
Het zonder annulering niet
gebruik maken door een gast van een op grond van een
horecaovereenkomst te verstrekken
horecadienst.
1.15 Groep
Een groep van 10 of meer personen
aan wie door een horecabedrijf een of meer horecadiensten
moeten worden verleend krachtens
een of meer als samenhangend te beschouwen
horecaovereenkomsten.
1.16 Individu
Iedere persoon die niet behoort
tot een groep volgens bovengenoemde definitie.
1.17 Goederen
Alle goederen, daaronder begrepen
gelden, geldswaarden en geldswaardige papieren.
1.18 Kurkengeld
Het bedrag verschuldigd terzake
het in de ruimten van een horecabedrijf nuttigen van niet door
dat horecabedrijf verstrekte
drank.
1.19 Keukengeld
Het bedrag verschuldigd terzake
het in de ruimten van een horecabedrijf nuttigen van niet door
dat horecabedrijf verstrekte
spijzen.
1.20 Omzetgarantie
01.09.98
Een schriftelijke verklaring van
de klant dat terzake één of meer horecaovereenkomsten door
het horecabedrijf minimaal een
bepaald bedrag aan omzet zal worden gerealiseerd.
Artikeltitels dienen uitsluitend
ter referentie. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend.
Artikel 2
Toepasselijkheid
2.1 De UVH zijn met uitsluiting
van alle andere algemene voorwaarden van toepassing op de
totstandkoming en de inhoud van
alle horecaovereenkomsten, alsmede op alle aanbiedingen
terzake de totstandkoming van
deze horecaovereenkomsten. Indien daarnaast toch andere algemene
voorwaarden van toepassing zijn
prevaleren in geval van tegenstrijdigheid de UVH.
2.2 Afwijken van de UVH is
slechts mogelijk bij geschrifte en van geval tot geval.
2.3 De UVH strekken mede ten
behoeve van alle natuurlijke- en rechtspersonen waarvan het
horecabedrijf gebruik maakt of
heeft gemaakt bij het sluiten en/of uitvoeren van een
horecaovereenkomst of een andere
overeenkomst of bij het exploiteren van het horecabedrijf.
2.4 Zijn de UVH eenmaal
rechtsgeldig toepasselijk verklaard op een bepaalde horecaovereenkomst,
dan wordt de laatst geldende
versie van de UVH toepasselijk geacht op alle volgende
horecaovereenkomsten tussen
dezelfde partijen, tenzij schriftelijk anders overeengekomen.
Artikel 3
Totstandkoming van horecaovereenkomsten
3.1 Een horecabedrijf kan te
allen tijde om welke reden dan ook het